Nick besteedt op de avond aandacht aan het concept hoogbegaafdheid. Hij licht onder andere het Delphi model toe en de definitie over hoogbegaafdheid uit zoals uitgelegd in het boek ‘Hoogbegaafd. Dat zie je zo!’. Hij vertelt daarnaast over het concept ‘innovatie’ en hoe dit plaats vindt in onder andere producten, processen en mensen op de werkvloer en in organisaties.
De avond ging over Nick zijn onderzoek naar het innovatieve werkgedrag van hoogbegaafden. Nick vertelde eerst over zijn eigen ervaringen met hoogbegaafdheid en zijn leven thuis en op het werk. Zijn persoonlijk interesse gecombineerd met zijn opleiding managementwetenschappen maakten dat hij onderzoek naar dit onderwerp heeft gedaan. Hij heeft zes personen onderzocht en zowel het beeld dat zij van zichzelf hadden geanalyseerd als het beeld dat de leidinggevende hen had.
Hij vertelt hoe de, in zijn onderzoek onderzochte, hoogbegaafden in soortgelijke woorden bleken te worden beschreven als de gehanteerde definitie. Verder bleek dat zij hun innovatieve werkgedrag relatief hoog inschatten dit dankten aan hun intelligentie, nieuwsgierigheid, passie, gevoeligheid en plezier in het creëren van iets nieuws. Zij bleken een hoge intrinsieke motivatie te hebben. Het openstaan voor nieuwe ideeën bleek vooral gerelateerd aan innovatief vermogen, in tegenstelling tot consciëntieus zijn. Zij bleken daarnaast vooral kennis nodig te hebben om te innoveren en innoveren vooral alleen of in paren. Nick bespreekt hoe deze autonome manier van werken zich verhoudt tot de opvatting dat innovatie een ‘teamsport’ is.
Daarnaast bespreekt hij de invloed van de omgeving op innovatief werkgedrag en hoe hoogbegaafden meer dan anderen hun werk naar hun wens kunnen vormen en zich aanpassen aan de omgeving. Aan de hand van verhalen over de zes onderzochte personen geeft hij voorbeelden. Tot slot licht hij toe hoe de resultaten van belang zijn voor hoogbegaafden, managers, HR-medewerkers en beleidsmakers.
Publicaties die met het onderwerp te maken hadden lagen op de tafel, zoals: ‘Werkbeleving onder hoogbegaafde medewerkers’, ‘Wel de brains niet de baan’, ‘Heel slim en toch zonder werk. Hoe kan dat?’ en ‘De juiste mens op de juiste plek.’